Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is.

• Bij een brand laat je alle spullen achter.
• Laag bij de grond is minder rook.
• Doe de ramen open, zodat de rook eruit kan.
• Gebruik niet de lift, maar de trap.
• Bel zo snel mogelijk 112.
• Zorg dat er geen spullen voor de nooduitgang staan.

Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is.

• Bij een brandweeroefening gaat de brandweer rustig naar de brand.
• Elke brandweerman heeft zijn eigen pak.
• De chauffeur van de brandweerauto mag zo hard rijden als hij wil.
• De brandweercommandant heeft een rode baan op zijn helm.
• Op school kun je de nooduitgangen herkennen aan groene bordjes met een mannetje erop.

Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is.

• Brandweermannen dragen een speciaal pak.
• Een brandweerman heeft een helm om zijn hoofd en ogen te beschermen.
• Om geen rook in te ademen houdt een brandweerman een zakdoekje voor zijn mond.
• Wol brandt niet zo goed en zit daarom in het pak verwerkt.
• Brandweermannen dragen speciale gympen om op te lopen.
• Bij een brand wordt het pak van de brandweerman natuurlijk kletsnat.

Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is.

• Als er brand op school is moet je zo snel mogelijk de school uithollen.
• Bij brand sluit je de ramen en deuren.
• Trek je jas aan en neem je tas mee.
• Luister goed naar je meester of juf.
• Verlaat kalm het gebouw.
• Op de speelplaats mag je weer gaan spelen.
• Een BHV-er is een Bedrijfs Hulp Verlener

De brandweer rukt uit voor grote branden, maar ook kleine brandjes.
Dat kun je zien op deze kleurplaat.
Kleur jij hem mooi in?

Ben jij goed in memory?

Misschien ben jij wel de snelste.

Doe je best!!